De leden van CNV Vakmensen hebben met een grote meerderheid (ruim 80%) ingestemd met het onlangs bereikte cao-akkoord voor de horeca. De cao zal ingaan per 1 januari 2018. “Na jaren zonder cao zijn werknemers blij dat er weer een nieuwe cao is, die iedereen duidelijkheid en zekerheid geeft.”
De 400.000 werknemers in de horeca hadden al sinds april 2014 geen cao meer, met alle gevolgen vandien. “Niemand wist meer waar hij aan toe was”, zegt onderhandelaar Jacqueline Twerda van CNV Vakmensen. “Deze cao is voor ons een nieuwe start: na een lange periode zonder cao hebben we de onderkant weer gelijk getrokken, iedereen werkt weer volgens dezelfde afspraken. En iedereen gaat er in de nieuwe cao op vooruit. Voor werknemers die inmiddels al jaren op het minimumloon zitten, zal het een flinke stap vooruit betekenen.”
Imago opkrikken
Voor CNV Vakmensen is de cao – die per 1 januari ingaat en voor twee jaar geldt – een nieuwe start om samen met de werkgevers te werken aan een sociale agenda. “We gaan met elkaar inhoud geven aan de écht belangrijke vraagstukken in de horeca. We willen het imago van de horeca opkrikken en kijken wat nu echt nodig is om de sector aantrekkelijk te maken en te houden voor werknemers, zonder daarbij het ondernemerschap te frustreren. Voor ons als vakbond is de ontwikkeling van werknemers essentieel. Het werk in de horeca moet niet alleen leuk geld opleveren, maar ook bijdragen aan je loopbaan. Werken in de horeca moet een upgrade geven aan je cv en je kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Daarmee wordt het ook voor studenten en scholieren een aantrekkelijke sector om in te werken. Dat betekent dat werkgevers ook bereid moeten zijn om echt te investeren in de kwaliteit van werknemers. Daarmee willen we de komende twee jaar aan de slag", aldus Twerda.
Speelveld gelijk getrokken
De cao wordt bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voorgedragen voor een Algemeen verbindendverklaring (AVV). Twerda: “Daarmee geldt de cao voor elke werkgever en werknemer in de horeca. Dat is belangrijk, want daarmee is – na jaren van onduidelijkheid in de sector – het speelveld aan de onderkant weer gelijk getrokken.”

