Als ik sommige vakmedia mag geloven is er sprake van een nieuwe trend: social travelling.
Het gaat hierbij om het aanbod van privé-logiesaccomodaties op internet. Aanbieders hoeven slechts weinig commissie te betalen, verdienen zeker in een overspannen markt goed bij en gasten kunnen een stuk voordeliger uit zijn dan wanneer ze boeken via de geijkte hotelkanalen.
Bedreiging voor de reguliere aanbieders van logiesvoorzieningen? Ja! Nieuw? Nee! Ik krijg eerder het gevoel van oude wijn in nieuwe zakken. Concurrentie van buiten de horeca is van alle tijden. Wel is er sprake van een ander medium met een aanzienlijk potentieel.
Amsterdam
Als gasten alternatieven overwegen is er meestal iets aan de hand. Vooral de hotelmarkt in Amsterdam laat dat goed zien. Hier is de vraag hoger dan het aanbod en dat heeft een prijsopdrijvend effect. Dit maakt de reguliere horeca veel kwetsbaarder voor concurrentie door branchevreemde aanbieders dan die in een markt waarin er een overschot van aanbod is en kwaliteit tegen een relatief geringe prijs wordt aangeboden.
Ga maar na: als ik voor menige overnachting in een tweesterren-tweepersoons-kleerkast in een Amsterdams hotel ruim 100 euro mag betalen, word ik regelrecht in de armen van aanbieders van privéaccommodaties gedreven.
Dat het fenomeen social travelling inderdaad met name in overspannen marktsituaties floreert ‘bewijst’ één van de grootste aanbieders: bij 2.699 van de 3.164 locaties betreft het Amsterdam.
Twee-weken-baard
Maar ook in andere takken van sport binnen de horeca krijg ik soms het gevoel dat ik beter weg kan blijven. Op hemelsbreed een kilometer van mijn woonhuis zit een vestiging van een restaurantketen. Laat ik deze gemakshalve Paardjes & Veulentjes noemen. Nog voordat wij als gezin ook maar een voet op het terras zetten, werd ons van grote afstand op luide toon gevraagd wat men voor ons kon betekenen. Ik interpreteerde dat als: u was toch niet van plan om in korte broek en met een baard van twee weken uitgebreid te dineren bij ons?
Ik kon de serveerster geruststellen: we wilden slechts wat drinken. Na een aantal afstandelijke contacten, de conclusie dat er niets vegetarisch op de kaart stond, het nuttigen van 4 non-alcoholische drankjes en 2 mandjes stokbrood, mochten we ruim 20 euro aftikken. Tja, vergeef me dan als groot supporter van de horeca in het algemeen asjeblieft dat ik de volgende keer denk: laat maar, we maken het thuis wel gezellig.
Beknibbelen
Ik heb dan ook sterk de indruk dat menig horecaondernemer, wellicht gedreven door het saldo van de bankrekening, de prijzen heeft opgeschroefd en op gastgerichtheid beknibbelt. Gelukkig kan het ook anders. Op het terras van een Italiaanse restaurant in Zutphen werd een ronduit perfecte cappuccino geserveerd. Echt een geluksmomentje.
Maar het drukte me gelijktijdig met de neus op de feiten: veel horecaondernemers hebben hun zaak nog steeds niet op orde. Juist in deze barre economische omstandigheden is dat een absolute must. Alleen dan kunt u profiteren van de gunfactor van de consument en wordt u niet de grootste concurrent van uzelf.
Na die hemelse cappuccino heb ik het Zupthense bedrijf in ieder geval meteen als één van mijn favorieten aangemeld bij de AD koffietest.
Beweeg mee
Hoe ik ertegenaan kijk? Ere wie ere toekomt. Wanneer u mij teleurstelt wijk ik wel uit, desnoods naar een aanbieder buiten de horeca. Als ik de enige ben die zo denkt heeft u weinig te vrezen. We zitten echter in een markt die gedicteerd wordt door de vraagzijde. Beweeg mee met de consument, leg uw oor te luister.
Alleen zo voorkomt u dat u uzelf uit de markt prijst. Ik wens u een enorme gunfactor en een nog lang doorlopend terrasseizoen toe.
Reacties zijn welkom op thierry.neufeglise@4ratio.nl.

