Horeca Nederland is het zat. Directeur Lodewijk van der Grinten: "De overheid is de veroorzaker van de huidige chaos door het rookverbod".
De chaos richt zich op een aantal vlakken: gevolgen van de uitvoerbaarheid van de wet, de handhaving van de wet, de overlast op straat en de vlucht naar illegale zuipketen. Koninklijk Horeca Nederland (KHN) vindt dat horecaondernemers zelf het beste kunnen bepalen of er in de zaak gerookt mag worden, maar dat heeft minister Klink helaas tegengehouden. “Wel is het gelukt om het rookverbod vier jaar uit te stellen. Wij zijn van mening dat minister Klink onvoldoende heeft nagedacht over de gevolgen van het rookverbod. Nu moet de overheid zijn werk gaan doen”, aldus de directeur van KHN.
De brancheorganisatie begrijpt wel waarom sommige collega's de asbakken weer neerzetten. Zij vrezen voor hun broodwinning en pensioen. Toch is dit tegen de wens van KHN, het schaadt namelijk de horecacollega's die zich netjes aan de regels houden. “Maar hoewel we de precieze omzetgevolgen nog landelijk gaan onderzoeken, durf ik nu al een noodklok te luiden voor een fors aantal horecabedrijven.”
De invoering van het rookverbod leidt in de uitvoering tot buitenproportionele gevolgen voor vooral de kleine horecaondernemer. "Minister Klink heeft het roken in de horeca verboden, dus moet de overheid nu ook verder zijn werk doen." KHN is van mening dat zowel de horecaondernemer als de roker strafbaar gesteld moet worden.
"We willen nu snel met de gemeenten praten over de mogelijkheden om in de winter aangenaam buiten te kunnen roken. Het gaat hier onder meer om terras en terrasverwarming, maar ook om samen met de gemeente de overlast te voorkomen. De overheid is aan zet om de horeca gezellig en gastvrij te houden voor roker en niet-roker”, besluit Van der Grinten.

